Vakantie in Buisdorp

Radio West, 19 mei 2006, 21.00 – 23.00 uur

Samenstelling, teksten, muziekkeuze en presentatie: Martin de Jong
Pippa, Katinka, Lien van Egenraat en mama Bimba: Esther Lammers
Alle overige rollen: Hans Ruitenberg

EERSTE UUR
Introductie
Muziek: The John Buzon Trio – Caravan
Introductie eerste uur
Muziek: Queen – Seaside Rendezvous
Badmeester Spiering Potvis
Muziek: Robbie Williams – The Road To Mandalay
Vakantie in Buisdorp
Muziek: Elvis Presley – Never Been To Spain
Pippatheater
Muziek: Lou Bandy – Zoek De Zon Op
Poepvakantie
Muziek: Tino Contreras – Brazil
Haarzaken
Muziek: Wim Sonneveld – Zo Heerlijk Rustig
Medische rubriek
Muziek: Lena Horne – It Had Better Be Tonight
Achterbuurtschrijver Gerrit Revers
Muziek: Paul McCartney – Eleanor Rigby / Eleanor’s dream

TWEEDE UUR
Introductie tweede uur
Muziek: Tom Jones & Jeff Beck – Goin’ Down Slow
Voorhoedebejaarden
Muziek: The 5th Dimension – Up, Up And Away
Reisbureau Van Egenraat
Muziek: Joe ‘Fingers’ Carr / 80 Drums Around The World – Istanbul (Not Constantinople)
Professor Bomba en mama Bimba
Muziek: Andy Williams – Spooky
Pishibitionist
Muziek: Martin Denny – Swamp Fire
Buisdorpse Bongo Boys
Muziek: Jerry Shard & His Music – Can, Can, Can
Jean Matisse, touriste
Muziek: Julien Clerc – Ce N’est Rien
Burgemeester Noten
Muziek: Duke Ellington – Caravan

EERSTE UUR
INTRODUCTIE
Paul Waayers:
Iedere vrijdagavond tussen negen en elf hangt er een brandlucht in de studio van Radio West. De oorzaak: Hot Talk, een programma dat zich verbaal beweegt tussen waakvlam en uitslaande brand. Hot Talk: eigenzinnige radio, gemaakt door gastpresentators. Achter de Hot Talkmicrofoon zit de radiopyromaan van deze week. En dat is… Vanavond een zeer speciale Hot Talkuitzending. We schakelen nu direct over naar Buisdorp, een gehucht ergens in Zuid-Holland.

[Muziek: The John Buzon Trio – Caravan]

INTRODUCTIE EERSTE UUR
Presentator:
Caravan, uitgevoerd door The John Buzon Trio. Dat draaiden we niet zomaar, we zijn tot elf uur in vakantiestemming. Ook in Buisdorp staat het vakantieseizoen op aanbreken, en in deze uitzending willen we de reislustige luisteraar en anderszins geïnteresseerden zo uitvoerig mogelijk informeren over alle mogelijke aspecten van een vakantie in en om Buisdorp.
We doen dat aan de hand van gesprekken met mensen die er verstand van hebben, zoals de directeur van de VVV van Buisdorp en iemand van de reddingsbrigade. We ontvangen een Franse toerist, burgemeester Noten van Buisdorp presenteert een ontzagwekkend plan en de in de regio wereldberoemde Buisdorpse achterbuurtschrijver Gerrit Revers leest een fragment voor uit zijn nieuwste liefdesroman: Op En Neer Met Wasbeer. Voorts een in de media doorgaans onderbelicht aspect van het vakantie vieren: heeft het eigenlijk wel zin een reisverzekering af te sluiten als statistisch vaststaat dat 100% van de mensen op den duur sowieso zal komen te overlijden? Het snel werkende Afrikaanse medium professor Bomba laat zijn licht erover schijnen, en hij heeft zicht op de toekomst, zelfs als die zich aan gene zijde zal afspelen.
Wat de toekomst zal brengen is voor de meesten van ons ongewis, maar ik kan u alvast de weersverwachting voor de komende maanden geven. Het gaat regenen, het gaat gieten, het gaat onweren, het is droog. De zon schijnt, de zon schijnt niet. Het is onbewolkt, half bewolkt of zwaar bewolkt. Het stormt, het waait hard of zacht of het waait nauwelijks. Het is warm of koud voor de tijd van het jaar. En daar hebt u in luttele seconden het complete weerbericht voor de komende vier maanden, waar ze op tv elke avond een kwartier voor uittrekken. Zo’n snel medium kan radio zijn.
U kunt weer mailen naar info@buisdorp.com. Als u al eerder een brief gestuurd heeft geldt uiteraard alleen de mail.
Mijn naam is Martin de Jong, zoon van Jan, kleinzoon van Everardus Hendrikus, achterkleinzoon van Cornelis, achterachterkleinzoon van Evert, achter achter achter klein klein klein zoon zoon zoon van Roelof. Achter… ach, laten we maar naar het strand gaan.

[Muziek: Queen – Seaside Rendezvous]

BADMEESTER SPIERING POTVIS
Presentator:
Queen, Seaside Rendezvous. In de zomermaanden ligt de gemeente Buisdorp aan de kust en aan de zee die elk jaar weer onnoemelijk veel badgasten lokt, van jong tot oud. Die zee is vol gevaren, juist aan de kust, en daarom is het goed dat er in Buisdorp een actieve reddingsbrigade is, die bestaat uit de heer Spiering Potvis. Meneer Potvis, welkom.

Spiering Potvis:
Graag gedaan, daar zijn we voor.

Presentator:
Vorig jaar hebt u maar liefst 520 drenkelingen uit zee weten te redden.

Spiering Potvis:
Dat klopt, ik heb bijna quitte kunnen draaien.

Presentator:
U bedoelt?

Spiering Potvis:
Ik heb er 520 gered, er zijn er helaas ook 498 verdronken.

Presentator:
Die waren niet meer te redden?

Spiering Potvis:
Kijk, ik doe dat werk in m’n eentje. Het is liefhebberij. De mensen gaan vaak met z’n tweeën in zee zwemmen. Als er dan problemen zijn kan ik er maar één redden. Ze klampen zich aan elkaar vast, dat is heel begrijpelijk, maar wil ik de een kunnen redden moet ik de ander helaas onderduwen. Dat is vaak hard, maar beter één gered dan twee verdronken, vooral als het een beetje een leuke meid is.

Presentator:
Zoals bekend zijn er de afgelopen jaren in de buurt van het Buisdorpse kustgebied veel ondergrondse kernproeven gedaan waardoor er vorige zomer een plaag van radioactieve kwallen was en de ozonlaag boven de gemeente momenteel eigenlijk niet meer bestaat. Dat maakt het zonnebaden tot een listige onderneming. Kunt u, met de kennis die u als badmeester op dit gebied heeft, aangeven wat de beste bescherming biedt tegen de zon?

Spiering Potvis:
De schaduw.

Presentator:
En verder?

Spiering Potvis:
Je elk halfuur helemaal insmeren, daar kan niet genoeg op gehamerd worden.

Presentator:
Buisdorp telt een zevental naaktstranden.

Spiering Potvis:
Daar moet je je helemaal goed insmeren, dat lijkt me duidelijk. Anders word je als man de volgende ochtend wakker met een rooie apenlul en een zak als een tomaat. Als dat gaat vervellen ben je nog niet jarig.

Presentator:
Over de naaktstranden gesproken, de naaktrecreanten zullen waarschijnlijk ook naakt gaan zwemmen. Geeft dat u in noodsituaties meer houvast?

Spiering Potvis:
Nee, dat kan je wel vergeten. Een man die in zee zwemt? Die mag blij zijn als hij een drukknop overhoudt. En wat vrouwen betreft zijn we helaas gehouden aan voorschriften met betrekking tot ongewenste intimiteit, zelfs in verdrinkingssituaties. Dus je kunt zo’n meid niet zomaar bij haar je weet wel vastgrijpen.

Presentator:
Dat zit u zo te horen niet lekker.

Spiering Potvis:
Nee natuurlijk niet. Zulke belachelijke voorschriften ondermijnen het redden. Ik wil gewoon fatsoenlijk m’n werk kunnen doen, en die drenkelingen willen niet verdrinken.

[Muziek: Robbie Williams – The Road To Mandalay]

VAKANTIE IN BUISDORP
Presentator:
Robbie Williams, The Road To Mandalay. We gaan het hebben over The Road to Buisdorp, die vele honderdduizenden toeristen elk jaar weer weten te vinden. Het is in de zomermaanden een gekkenhuis in Buisdorp. De oude binnenstad trekt veel bekijks, bijvoorbeeld besloten nachtclub De Rode Buis, omdat die op de monumentenlijst staat. De Buisdorpse Plassen zijn uiteraard geliefd, net als de zeven naaktstranden van de gemeente. Het is vandaag 19 mei, de vakantiedrukte zit eraan te komen. Meneer Ogenschijn, hoe is het om in die ongetwijfeld hectische tijd directeur van de VVV van Buisdorp te zijn?

Koos Ogenschijn:
Dat zou u aan de directeur van de VVV van Buisdorp moeten vragen.

Presentator:
Maar dat doe ik toch? U bent de heer Ogenschijn, directeur van de VVV van Buisdorp.

Koos Ogenschijn:
Ik heet wel Ogenschijn, maar directeur van de VVV van Buisdorp ben ik niet.

Presentator:
Krijg nou wat. Ik heb maandagmiddag een uur lang de heer Ogenschijn aan de telefoon gehad om de uitzending van vanavond door te spreken.

Koos Ogenschijn:
Ja, dat was ik.

Presentator:
Dus u bent wel Kees Ogenschijn.

Koos Ogenschijn:
Nee, Koos.

Presentator:
En uw geboortedatum is 30 april 1954.

Koos Ogenschijn:
Nee, 12 mei 1956.

Presentator:
Volgens mijn gegevens is Kees Ogenschijn, wat nu Koos Ogenschijn blijkt te zijn, geboren op 30 april 1954. Dan zult u het land moeten verlaten. Of in elk geval Buisdorp, wat nog veel erger is.

Koos Ogenschijn:
Nee, nee, nee. Het is heel simpel. Er staan twee K. Ogenschijnen in het telefoonboek, ik denk dat u de andere K. Ogenschijn had moeten hebben.

Presentator:
En we hebben het uitgebreid over allerlei vakantieonderwerpen gehad!

Koos Ogenschijn:
O, daar heb ik het graag over, ik ben gek van reizen. Ik dacht dat u me daarom in de uitzending wilde hebben. Met de VVV van Buisdorp heb ik niks te maken.

Presentator:
Laten we het dan maar over de vakantie hebben. Heeft u veel vakanties in Buisdorp doorgebracht?

Koos Ogenschijn:
Niet een.

Presentator:
Dan is dus het hele item vakantie in Buisdorp naar de kloten. Maar u viert kennelijk wel elders vakantie. Waar gaat u zoal naartoe, niet dat het me wat kan schelen?

Koos Ogenschijn:
Ik zal u zeggen, als kind was ik helemaal in de ban van de Wonderreizen van Jules Verne. Die verslond ik.

Presentator:
De beroemde Blauwe bandjes.

Koos Ogenschijn:
Ook die, maar ik had eerst die vijftien pockets, eveneens met de originele gravures. 20.000 Mijlen Onder Zee, Het Geheimzinnige Eiland, en Naar Het Middelpunt Der Aarde, waarin ze op IJsland de vulkaan Snaefels ingaan en 4800 kilometer verderop via de Stromboli weer aan de oppervlakte komen. Dat soort reizen wilde ik gaan maken, toen ik jong was.

Presentator:
Is het ervan gekomen?

Koos Ogenschijn:
Jaren terug had je op tv die serie van Michael Palin, Reis Om De Wereld In Tachtig Dagen. Hij reisde Phileas Fogg na. Ik dacht: dat ga ik ook doen. En dat deed ik.

Presentator:
U reisde op uw beurt Michael Palin weer na.

Koos Ogenschijn:
Dat vond ik een beetje te gemakkelijk, ik dacht: ik ga in omgekeerde richting. Londen, New York, Los Angeles, Yokohama, Shanghai, Sumatra, Bombay, Dubai, Caïro, Athene, Venetië, Londen.

Presentator:
En daar deed u tachtig dagen over.

Koos Ogenschijn:
Nee, tweeëntachtig. Michael Palin deed er net als Phileas Fogg eenentachtig dagen over, maar omdat ze naar het oosten reisden wonnen ze een dag en deden ze er toch tachtig dagen over. Ik deed er ook eenentachtig dagen over, maar omdat ik naar het westen reisde verloor ik een dag en deed er dus tweeëntachtig dagen over.

Presentator:
Als ik dat zo hoor heeft u heel wat van de wereld gezien.

Koos Ogenschijn:
Dat kunt u wel zeggen, ja. Ik besloot na de reis om de wereld ook de andere reizen van Michael Palin na te doen. Van Pool tot Pool, de Cirkel rond, door de Sahara, naar de Himalaya, noem maar op. Wat ik op tv gezien had wilde ik ook in het echt zien. Al die vriendelijke mensen die Palin ontmoette, al die vrolijke verhalen die hij te horen kreeg.

Presentator:
Heeft u ook veel vriendelijke mensen ontmoet en vrolijke verhalen gehoord?

Koos Ogenschijn:
Nou, dat lag iets anders, omdat ik nu eenmaal Michael Palin niet ben en in mijn eentje reis in plaats van met een cameraploeg. In Bombay ben ik beroofd, in Marseille ben ik helemaal in elkaar geslagen en in Tibet hebben ze geprobeerd een monnik van me te maken.

Presentator:
U bent een ware globetrotter. Zijn er ook landen waar u nog niet geweest bent?

Koos Ogenschijn:
Even denken…

[Muziek: Elvis Presley – Never Been To Spain]

PIPPATHEATER
Presentator:
Elvis, Never Been To Spain. Volgende maand gaat in Buisdorp de Parade van start, een maand lang kan het publiek onder meer terecht in de tent van het Pippatheater. Het Pippatheater is volgens de berichtgeving op het weblog een samenwerkingsverband ontstaan uit de Pippatheater-group. Ik citeer: ‘Het Pippatheater wil zich met name gaan richten op het vermaken van kinderen. Dat zal op allerlei manieren gaan gebeuren. Op dit moment is het Pippatheater-team hard aan het werk om een programma op te zetten.’ Namens het Pippatheater zijn hier aanwezig Pippa zelf en haar Hannes. Pippa, wat kunnen de bezoekers op de Parade zoal van jullie verwachten?

Pippa:
Het thema van het Pippatheater is: hoe maffer hoe beter. De motto’s zijn: vrolijkheid, plezier, niets is te gek en dus hoe maffer hoe beter. We staan voor alles open.

Presentator:
Wat is jullie doelgroep?

Pippa:
In de eerste plaats kinderen, maar dat zien we ruim, dus het gaat om kinderen van alle leeftijden. Zeg maar van 7 tot 77 jaar.

Hannes:
Net als het weekblad Kuifje.

Presentator:
En dat is Hannes. Hannes speelt gitaar en zingt, maar hij doet nog veel meer.

Hannes:
Ik ben van huis uit nogal handig met m’n handen. Dus ik bouw de decors, ik zet de tent op en leeg op z’n tijd het chemisch toilet.

Presentator:
Pippa, ik las op het weblog dat jullie de kinderen onder meer met mime gaan vermaken. Kan je daar wat van laten zien?

Pippa:
Ja hoor.

Presentator:
Prachtig zeg. Wacht, ik vergeet de mensen thuis te vertellen wat Pippa allemaal uitbeeldt. Zou je opnieuw kunnen beginnen? Dan vertel ik tegelijkertijd wat je doet.

Pippa:
Daar gaat-ie nog een keer.

Presentator:
Pippa loopt tegen de wind op, jongens wat waait het hard. Het begint te regen ook. Gelukkig, de zon schijnt weer, de paraplu wordt opgeborgen. Pippa loopt lekker in de zon. Maar wat krijgen we nou? Het lijkt wel of Pippa in een doos zit. Ja, zeg ze zit in een doos. Als dat maar goed afloopt. Ah, ze zit niet meer in een doos. Ze is aan het tennissen. Daar komt een hoge bal, zou ze die terug kunnen meppen? Ja, die was raak. O jee, het is op vechten uitgelopen. Pippa staat in de boksring. Ik zie dat Hannes ook aardig kan mimen, hij ontwijkt een paar meppen, maar die niet, en daar gaat hij tegen de grond. Dank jullie wel, jongens, goed gedaan.

Pippa:
Pfff.

Hannes:
Hè hè. Ik ben altijd gauw buiten adem. Ik heb na de lagere school niet meer aan gymnastiek gedaan. Maar ik ga binnenkort naar de sportschool, want ik treed in het Pippatheater ook als boeienkoning op.

Presentator:
Zo te horen wordt het dus een eh boeiende voorstelling. Ik las op jullie weblog dat het Pippatheater zich tijdens de voorstelling inzet voor goede doelen, zoals asiel- en zwerfhonden – en niet te vergeten actie voert tegen de barbaarse zeehondenjacht. Dat zijn misstanden die overal voorkomen.

Pippa:
Dat klopt. En daarom hebben we besloten ook over de grens te gaan optreden. We zijn nog bezig om een precieze route uit te stippelen, maar het Pippatheater gaat in elk geval op tournee door Europa. We denken aan Duitsland, Polen, Tsjechië en misschien Hongarije. We kunnen dankzij het weblog iedereen dagelijks op de hoogte houden van wat we daar beleven.

Presentator:
Ik zal dat weblog nog een keer noemen, dat is http://pippa.punt.nl. Het Pippatheater staat zoals gezegd de hele maand juni op de Parade in Buisdorp, en daarna…

Hannes:
Zoeken we de zon op.

[Muziek: Lou Bandy – Zoek De Zon Op]

POEPVAKANTIE
Lou Bandy:
Zoek de zon op. Ja, zoek de zon op.

Presentator:
En dat deden we. Een maand voordat we die zomer met vakantie zouden gaan, verruilde mijn vader van werkgever. Zijn nieuwe baas hield geen rekening met gemaakte vakantieafspraken, maar het huisje in Vessem was al besproken. Er zat niets anders op dan dat mijn vader ons (zusje, opa, oma, ma, moi) zaterdagochtend vroeg naar Vessem reed, en er het leed tot zondagavond laat deelde.
Wij hadden iets dergelijks nog nooit ondernomen: een huisje in de natuur, het was allemaal zo nieuw voor ons. Gingen we op vakantie, dan belandden we altijd in een hotel of pension, en dan was er een gezinshoofd om ons continu in de ellende van dien bij te staan – en nu waren opa en oma ook nog mee!
Tegenwoordig is een vakantiehuisje luxueus, anno 1969 was een vakantiehuisje dat allerminst. Het onze had geen televisie. Had geen koelkast. Had geen douche. Had geen toilet – nou ja, ergens wel: buiten. In een schuurtje.
Er bevond zich op het terrein een kampwinkel, een filiaal van Simon de Wit, waar ijs te koop was (hierover straks meer).
Douchen wás mogelijk – ergens verscholen tussen het geboomte stond een keet met douchehokjes. Je zomaar eens gezellig gaan wassen was er niet bij; de douche deed het alleen als je een muntje in de automaat stopte. Er kwam dan een stroom water over je heen die eerst ijskoud was, dan kokendheet werd, en wanneer je de kranen eindelijk op een aanvaardbare melange had afgesteld, was je eerste muntje al verbruikt. Begon je na inworp van het tweede muntje net lekker te schuimen, dan leerde je tot je schande dat het raadzaam was in het vervolg met drie muntjes de cabine te betreden.
Het terrein (dat niet door schrikdraad omgeven was, maar in een reeks verraderlijke gierputten een min of meer natuurlijke begrenzing kende) strekte zich uit tot waar het oog reikte, en de recreanten konden er zich naar hartenlust overgeven aan balspel, rondrennen en ander collectief en solitair openluchtvertier waaraan zich vanwege de nagenoeg onafgebroken regenval slechts een handjevol hardnekkige bosfanaten bezondigde.
Een hel in natura!
Mijn vader vertrok op zondagavond (‘Nou, dan ga ik maar… sterkte!’), en wij bleven ontheemd achter, alsof wij opdracht gekregen hadden een Dickensiaans weeshuistafereel uit te beelden.
De maandag brak aan met een wolkbreuk.
Nog maar twaalf dagen te gaan, kop op, we redden het wel – straks gaan we leuk gekke gezichten op het beslagen raam tekenen!
Mijn zusje (twee jaar) nam toen wij even niet op haar letten de beentjes, en werd pas uren later (mijn moeder was er al van overtuigd geraakt dat zij door een plaatselijke Manson te grazen was genomen) in de verlaten speeltuin aangetroffen, waar zij kirrend op een schommel zat. Zodra het een beetje opklaarde, verdween ik (elf jaar) in het struikgewas om stiekem een sigaret van mijn moeder te roken, en als de zon even door de bomen leek te gaan schijnen, ging mijn opa (tachtigplus) op het bankje voor het huisje zitten, en smoorde onverstoorbaar een pijpje, zonder zich wat aan te trekken van de hem omringende natuurpracht: ‘Je hebt hier helemaal geen uitzicht,’ zei hij hoofdschuddend, ‘je ziet alleen maar bomen.’
Ik deelde die opvatting en werd bovendien gestoord van het onafgebroken vogelgefluit. Je werd er ’s morgens wakker van, je kon er ’s avonds niet van slapen en van zondagsrust hadden de vogels niet gehoord.
Vier, vijf dagen brachten wij in zuchtende berusting door, maar op de zesde of achtste dag (ik durf in deze context de met toenmalige schoonheidscrème vergroeide uitdrukking ‘en op de zevende dag…’ niet te gebruiken) gebeurde het: opa kreeg diarree.
Eerst liet hij zomaar, alsof hij gewoon pijprook uitblies, een golf zuur braaksel over zijn kin lopen. De stank ervan was enorm – zelfs buiten, in de openlucht, rook je opa’s lucht.
Na deze orale maaguitbarsting verdween hij in het gemakhuisje; bij terugkomst keek hij alsof hij bij zwaar weer de Golf van Biskaje bevaren had.
’s Avonds en ’s nachts werd de buitenplee niet gebruikt, want er was geen verlichting; de hartvormige opening in de wand liet in de tweede plaats een beetje maanlicht, en in de eerste plaats een boel muggen en nog venijniger stekers binnen. In arren moede werd er dus maar een emmer geïnstalleerd in de hoek van de kamer die als keuken fungeerde.
Maar opa had diarree.
Het zal een uur of drie geweest zijn, ik werd er wakker van. Het waren niet vroeg fluitende vogels, het was mijn moeder, die verzenuwd vloekte, en mijn opa die terugschreeuwde dat al die bloody hoorah nergens voor nodig was. Mijn moeder die kokhalzend de emmer buitenzette, omdat de dampen die ervan afsloegen de uitwerking hadden van een vlak onder de neus geopende fles ammoniak.
De volgende dag kreeg mijn zusje diarree.
Hee, zij ook diarree? Dat waren er al twee. Een epidemie? Daar was niets van bekend – hoewel, we waren verstoken van radio en televisie, en hadden in geen dagen een krant gezien.
Voedselvergiftiging? Maar waardoor dan?
Het ijs uit de kampwinkel!
De dokter van een naburig gehucht werd opgebeld en van de onwelriekende symptomen op de hoogte gesteld. Hij verzocht ons meteen langs te komen – met het zieke kind en met wat poep.
Terwijl haar maag opspeelde, schepte mijn moeder een paar paplepels van mijn zusjes dunne derrie in een beslaande pindakaaspot, en gedrieën (oma was ondergoed aan het uitkoken en opa zat op het bankje voor het huisje en smoorde onverstoorbaar een pijpje) stapten we in de taxi. De bospaadjes zaten vol kuilen, en hoewel de taxi stapvoets reed, had mijn moeder de grootste moeite de pindakaaspot waterpas te houden.
De dokter onderzocht mijn zusje aan alle kanten, en hield de peutersaus keurend tegen het licht. Hij dacht dat er waarschijnlijk sprake was van een onschuldige buikgriep, maar voor alle zekerheid ging de poep naar het laboratorium.
Door de ontlastingsperikelen was de toestand onhoudbaar geworden. Van de vijf campingbreukelingen waren er weliswaar slechts twee uitgeschakeld, maar hun besmettelijke darmflora vergalde de weinige vakantiepret van de anderen, en mijn moeder besliste dat het mooi geweest was. Ze belde mijn vader op, en gelastte hem ons de volgende ochtend te komen ontzetten.
Toen hij voorreed stonden wij al uren met de koffers klaar. We laadden zwijgend de bagage in, en toen pas viel ons op hoe bleek de kostwinner zag. En ja hoor: hij had die nacht nauwelijks geslapen, vanwege diarree. Onderweg had hij kaneelbeschuitjes gegeten, zijn aandacht verdelend tussen snelweg en kringspier, in het verschrikkelijke besef dat verslapte concentratie onomkeerbare rampen tot gevolg kon hebben.
Van de terugreis in de oude Wartburg herinner ik me voornamelijk dat ik bang was dat opa ineens ‘Trek eens aan m’n vinger’ zou zeggen. We reden over beton en lieten de natuur achter ons, maar in mijn oren floten de vogels gewoon door. Zevenendertig jaar later hoor ik ze nog steeds.

[Muziek: Tino Contreras – Brazil]

HAARZAKEN
Presentator:
Brazil, uitgevoerd door Tino Contreras en een zooi vogels. Te gast is Piet Bonkers uit de gemeente Grooterwaal, nabij Buisdorp. Meneer Bonkers, u bent met de fiets naar de studio gekomen.

Piet Bonkers:
Ja, joh. Ik stond vanmorgen op en ik keek uit het raam en ik zag wat voor weer of dat we zouden gaan krijgen en ik zeg tegen Henk ik zeg Henk zeg ik, ik zeg ik zeg: we krijgen vandaag een weertje! Ik ga vanavond op de fiets naar de studio, zeker weten, nou en of.

Presentator:
Fijn. Ja, luisteraars, de heer Bonkers is kapper.

Piet Bonkers:
Als ik zo eens naar u kijk dan beginnen mijn handen te jeuken.

Presentator:
Zolang er verder maar niets gaat jeuken vind ik het best. U bent kapper, maar u bent volkomen kaal. Hoe komt dat?

Piet Bonkers:
Omdat ik geen haar heb.

Presentator:
U heeft een kapperszaak in Grooterwaal. Hoe lang bestaat die al?

Piet Bonkers:
Al bijna zestig jaar.

Presentator:
Het is meen ik een familiebedrijfje.

Piet Bonkers:
Mijn moeder is er indertijd met de zaak begonnen. Ach, m’n moedertje… Altijd maar hard werken. ’s Morgens vroeg op, ’s avonds laat naar bed, de volgende ochtend weer vroeg op en dan ’s avonds weer laat naar bed… M’n vader heb ik niet gekend, alles kwam op m’n moeder neer. Altijd maar werken, altijd maar werken. Altijd maar vroeg op, altijd maar laat naar bed. Ze is acht jaar geleden overleden. Ik mis haar nog elke dag.

Presentator:
Omdat u kaal bent.

Piet Bonkers:
Wat?

Presentator:
U mist uw haar nog elke dag.

Piet Bonkers:
Nee, m’n moeder.

Presentator:
Die was ook kaal?

Piet Bonkers:
Op het laatst wel.

Presentator:
Ik geloof dat we langs elkaar heen praten. Nog even en het vakantieseizoen begint. Wat betekent dat voor u als kapper?

Piet Bonkers:
Nou, dat zal ik u vertellen. Dat is helemaal top. Maart, april, dat zijn verschrikkelijke maanden voor een kapper. Je kan het dan alleen maar over het weer hebben. Ook wel interessant natuurlijk, maar de hele dag maar over het weer praten… de klanten vinden het altijd wel gezellig, maar als kapper wil je het natuurlijk ook wel eens ergens anders over hebben, waar of niet? Mei tot augustus, dat zijn de maanden waar ik het als kapper van moet hebben, dan ben ik in m’n element. Mei, juni, begin juli dan is het van: En, meneer, gaat u nog op vakantie? Waar gaat u naartoe? Gaat u met de auto of met de caravan of met het vliegtuig? Nou, en dan zo van half juli tot eind augustus is het: En meneer? Al op vakantie geweest? Waar bent u naartoe geweest? Ging u met de auto of met de caravan of met het vliegtuig? En dan moet u nagaan dat je het al die tijd tegelijkertijd ook nog over het weer kan hebben, dus dat je de ene dag zegt: Nou nou nou, wat een weer weer, waar hebben we het aan verdiend die regen, en een week later: Nou nou nou, wat een weer weer, waar hebben we het aan verdiend die zon. Het zou goed zijn als er gauw een beetje regen kwam, voor de boeren. Ik hoop dat u mooi weer hebt als u op vakantie gaat. Ik hoop dat u mooi weer had toen u op vakantie was.

Presentator:
Dank u wel meneer Bonkers. Erg interessant allemaal, we moeten het helaas kort houden.

Piet Bonkers:
Maar wel gedekt!

Presentator:
Dat zeker, ja. Hebt u zelf overigens nog vakantieplannen?

Piet Bonkers:
Nou, toevallig zeg ik verleden nog tegen Henk, ik zeg Henk zeg ik, ik zeg ik zeg: we moeten er van de zomer toch maar effe een paar weekjes tussenuit gaan. Zo’n kapperszaak is altijd maar druk druk druk, en dan ook nog de hele dag dat geouwehoer aan je kop – het moet af en toe ook rustig zijn.

[Muziek: Wim Sonneveld – Zo Heerlijk Rustig]

MEDISCHE RUBRIEK
Presentator:
Wim Sonneveld, Zo heerlijk rustig. Zoals elke week rond deze tijd in Hot Talk de medische rubriek. Ditmaal twee gasten, om te beginnen Katinka.

Katinka:
Hoi!

Presentator:
Katinka is zeventien jaar en dat is erg jong om aan een chronische ziekte te lijden. Wat is er precies loos, Katinka?

Katinka:
Ik lijd aan narcolepsie.

Presentator:
Voor de luisteraars die daar nog nooit van gehoord hebben: wat is narcolepsie?

Katinka:
Een slaapziekte. Daardoor kan je van het ene op het andere moment in slaap vallen.

Presentator:
Dus niet alleen als je in bed ligt, maar overal en op elk moment?

Katinka:
Klopt. Je voelt het niet aankomen.

Presentator:
Het lijkt me gevaarlijk om te gaan fietsen als je aan narcolepsie lijdt.

Katinka:
Fietsen kan je beter niet doen. Als je wandelt en je valt ineens in slaap dan ben je vaak op de stoep zodat je hopelijk

Presentator:
Dan gaan we maar door naar de andere gast: dokter Mentaal. We hadden u vorig jaar in de uitzending, u lichtte toen de brain piercing toe.

Dokter Mentaal:
Correct.

Presentator:
Inmiddels staat u aan het hoofd van het BAK, het Buisdorps Afzuiginstituut voor Kringloopliposuctie. Wat is kringloopliposuctie?

Dokter Mentaal:
Een gat in de markt. Het is een gegeven dat veel mensen aproportioneel geschapen zijn. Er zijn vrouwen met grote borsten en smalle heupen, er zijn vrouwen met kleine borsten en wat in medische termen wordt aangeduid als een ‘gigantische hoempareet’. Vrouwen die dusdanig geproportioneerd zijn, kunnen baat vinden bij de kringloopliposuctie die wij tegen een redelijke prijs aanbieden. Het vet wordt uit de billen gezogen en meteen in de borsten gepompt, zodat in één moeite door een borstvergroting gerealiseerd wordt. Twee halen, een betalen.

Presentator:
Dat klinkt me in de oren als een revolutie op het gebied van de cosmetische chirurgie.

Dokter Mentaal:
Daar is zeer zeker sprake van. Maar kringloopliposuctie is nog maar het begin. We komen binnenkort met een reclamecampagne om de transliposuctische vettransplantatie aan de man te brengen.

Presentator:
De wat?

Dokter Mentaal:
De transliposuctische vettransplantatie. Daarbij wordt het overtollige vet van een zwaarlijvige donor getransplanteerd naar billen en/of borsten van iemand die daar wel wat vet kan gebruiken. We hebben die techniek een halfjaar geleden ontwikkeld.

Presentator:
En slaat het aan?

Dokter Mentaal:
Helaas nog niet, vandaar dat we met een reclamecampagne komen. Om de een of andere reden vinden mensen het een raar idee om met het vet van iemand anders in hun lichaam rond te lopen. Maar dat is in onze optiek een kwestie van wennen. In het begin was er ook veel weerstand tegen harttransplantaties.

Presentator:
Als je zo’n kringloopliposuctie wilt ondergaan, moet je dan lang wachten om aan de beurt te komen?

Dokter Mentaal:
Welnee, als u tijd heeft kan het vanavond nog.

[Muziek: Lena Horne – It Had Better Be Tonight]

ACHTERBUURTSCHRIJVER GERRIT REVERS
Presentator:
Lena Horne, It Had Better Be Tonight, en daar houden we ons aan, want het moment is aangebroken voor de voorlezing van een fragment uit de nieuwe roman van de beroemde Buisdorpse achterbuurtschrijver Gerrit Revers, een liefdesroman moet ik zeggen, en die heet: Op En Neer Met Wasbeer.

Gerrit Revers:
Een mooie dubbelzinnige titel hè? Zo heb ik er nog veel meer. Vreemde Vlekken, Binnen Zonder Kloppen, Het Zweepje Van Gehoorzaamheid… maar ja, je moet maar afwachten of je tijd van leven hebt om al die prachtboeken ook te schrijven. Ik sta tussenbeie al tot aan het strottenhoofd in het graf.

Presentator:
Kom kom.

Gerrit Revers:
De dood is voor mij een reisgezel geworden. Als ik onder de vleugels van de Eeuwige rust leeft mijn werk gewoon voort, dat krijg je er gratis bij als je een katholieke uitvaartpolis hebt.

Presentator:
Uw werk blijft overeind staan.

Gerrit Revers:
Ja, dat wel. Nou ja, we moeten niet klagen, als het zover is worden we van top tot teen stijf. Daar heb ik wel eens gedachten over, maar er luisteren ook minderjarige jongeren.

Presentator:
Uw nieuwe liefdesroman, Op En Neer Met Wasbeer, verschijnt volgende maand. Zou u er een fragment uit willen voorlezen?

Gerrit Revers:
Dan zal ik mijn bril erbij opzetten, het oog wil ook wat. Moet ik hier praten? Vroeger werd het oneerbiedig een lulijzer genoemd. Toen reden de treinen nog op stoom. Vele aanbeden liefdesprinsen zijn per stoomtrein uit mijn leven verdwenen, hoewel ik toen nog jong en begeerlijk was, wist u dat? Voorwaarts met het verhaal. Binnengebeuren klaar? Buitengebeuren klaar? De mensen weten niet meer wie Lou van Burg ook al weer was. Daar gaan we. Voort!
‘Luister je?’ Wasbeer zweeg. Werd het glazenwassende liefdesdier door Morpheus’ armen gekoesterd of was zijn gehoorvermogen ontoereikend voor mijn hese stem, voor de taal der liefde? Een dove vriend kon ik overal krijgen. Ik hield het erop dat Wasbeer overmand was geraakt door de vermoeienissen van zijn glazenwaserij. Weldra, als hij ontwaakte, zou ik hem wederom goedschiks of kwaadschiks tegennatuurlijk in zijn ontuchtige vossenhol bezitten, dat was een ding dat zeker was. Die dag had hij tegen een schamel arbeidersloon zijn glazenwassersberoep moeten uitoefenen. Met zijn spons over de ramen van wegens hun op een kantoor verblijvende echtgenoten eenzaam geworden huisvrouwen die bij het zien van Wasbeer en diens spons van bepaalde gedachten vervuld raakten. Die doordringende blik die geen vrouw onberoerd kon laten. Een vrouw voor Wasbeer? Dat nooit, dacht ik. Maar aan de andere kant: zo’n lieve jongen die de hele dag de ladder op en de ladder af ging, op en neder als het ware, het woord zeide het al, die moest je zijn pleziertje gunnen. Ik snoof Wasbeers jongensaroom op en voelde dat mijn liefdesdeel zich begon te verheffen. Als ik hem eens in zijn slaap verraste, zoals het in de volksmond heette. Het vlees was zwak, vooral als het hard geworden was. Ik bedoel maar.
Een onschuldige natuurjongen die geen weet had van de vlammende hartstocht die hij bij vele vrouwen aanwakkerde. Niet alleen bij vrouwen, ook bij moeders. Ja, bij moeders van kinderen, je vroeg je eigen af in wat voor wereld of dat we leefden. Er waren zelfs vorstelijke personen die amechtig werden bij de aanblik van zo’n schuldeloze jongen, vertel mij wat, ik kende het leven.
Ik wist het geheim van Wasbeers afkomst, een geheim dat hij zelf niet kende en dat hem nimmer geopenbaard zoude mogen worden, dat had ik plechtig moeten beloven. Mijn gedachten verwijlden bij jaren her. De erfvijand was verdreven, maar we bleven waakzaam. Ik wandelde met hare majesteit door de paleistuin. Het was een hittegolfzomer zoals ik die nog kende uit de tijd dat ik in de tropen de eer van vorstin en vaderland verdedigde, hoe heet dat. Ik was na zeven jaren van militaire dienst wederom burgerman en verdiende de kost door zieken te verplegen die daar zelf niet toe in staat waren – het was pas vele jaren later dat zieken zo mondig werden dat zij verplegers van de ziekenzaal ranselden als de soep te heet werd opgediend.
Ik droeg mijn maagdelijk witte verplegerstuniek, die mij enigermate bescherming bood tegen de geseling van de koperen ploert. Hare majesteit droeg hare hermelijnen mantel – zo hebben we allemaal onze werkkleding, al laat de atheïstische seksschrijver Wolkers zich het liefst voor het naaktgeslacht nakend op een onbewoond eiland fotograferen, maar evengoed zijn veelgelezen plaatjesboek Werkkleding noemen. Ik wil me nergens mede bemoeien anders had ik er wel wat van gezegd. Leven en laten leven zeg ik altijd maar.
‘Ik moet u iets bekennen,’ zeide hare majesteit.
‘Mevrouw, ik ben een en al oor,’ zeide ik. Zo hoor je nog eens wat.
‘Meneer, uw boeken, hoe zal ik het zeggen…’
‘Zegt u het maar in uwe majesteits eigen woorden.’
‘Meneer, ik lees in uw boeken over uw liefde voor jongens.’
‘Ja, mevrouw, in mij klopt een onstuimig hart.’ Ik was indertijd nog samen met liefdesbeest Wildebeest en had nog geen weet van de liefdespijlen die Wasbeer zo onwederstaanbaar op mij zoude afvuren.
‘Meneer, moet u horen,’ voer hare majesteit voort. Het was meer dan dertig graden celsius boven nul, en ik gevoelde medelijden met de vorstin, die bij deze goddeloze temperatuur door het staatsbestel gedwongen was in een hermelijnen mantel rond te lopen. Maar ze had uit hoofde van haar functie ook heerschappij over de overzeese geslachtsdelen die ze op staatsbezoeken aangedaan had. Wellicht zoude ze wel wat kunnen hebben.
‘Meneer, het waren de jaren van de overheersing door de vijand.’
‘Mevrouw doelt op de oorlog,’ zeide ik.
‘Mijn man was er niet… Ik was een nog jonge vrouw met… hoe zegt u dat zo mooi in uw boeken?’
‘Gevoelens, mevrouw.’
‘Gevoelens. Het was een warme dag als vandaag. Het land was bezet, het was geen tijd om in een hermelijnen mantel door de paleistuin te lopen. Er was een lakei, een jongmens. Ik sprak met hem, hij had zulke doordringende ogen, ik…’
‘Mevrouw, ik begrijp het,’ zeide ik.
Heilige Moeder, ontferm u over alle eenzame schepselen.

[Muziek: Paul McCartney – Eleanor Rigby / Eleanor’s Dream]

TWEEDE UUR
INTRODUCTIE TWEEDE UUR
Presentator:
U bent terug bij Hot Talk. Ook dit tweede uur staat in het teken van vakantie in en om Buisdorp. We gaan om te beginnen een eindje wandelen met Jeff Beck en Tom Jones, en Tom vertelt onderweg hoe het met hem gaat.

[Muziek: Tom Jones & Jeff Beck – Goin’ Down Slow]

VOORHOEDEBEJAARDEN
Presentator:
Jeff Beck gitaar, Tom Jones zang: Goin’ Down Slow. Langzaam naar beneden gaan ook de zogenoemde voorhoedebejaarden van Buisdorp, die komende zomer gaan bungee jumpen. Ik praat daarover met Gerard Gortvrees van de actiegroep Oud? Lazer nou gauw op!

Gerard Gortvrees:
Zo is het maar net.

Presentator:
U bent tegen de stigmatisering van bejaarden als oude mensen die de hele dag maar naar BZN luisteren en die mummelend bingo spelen.

Gerard Gortvrees:
Niet alleen dat. Er is momenteel een waanzinnige trend aan de gang om een tweedeling in de maatschappij te forceren. Aan de ene kant heb je de groep van de jongeren tot aan de veertigers die zich als twintigers proberen te gedragen – en aan de andere kant van de scheidslijn de vijftigplussers, die geschoffeerd worden door het oprichten van een omroep als MAX in het bijzonder en de betutteling door de overheid in het algemeen. Woningen voor 55-plussers, wat een waanzin!

Presentator:
Want?

Gerard Gortvrees:
Ik geloof dat ze helemaal totaal mesjokke geworden zijn, neem me niet kwalijk, hoor. Wie bepaalt dat je op je vijftigste oud bent en afgedankt moet worden? U draaide zojuist Jeff Beck en Tom Jones. Jeff Beck wordt op 24 juni 62 jaar, Tom Jones op 7 juni 66. Die man treedt nog tweehonderd keer per jaar op, dacht u dat hij bij de groep van insuffende vijftigplussers ingedeeld wil worden? Hij heeft net een waanzinnige single met Chicane uitgebracht, Stoned In Love, dat stampt als gek. Twee weken terug was ik bij een concert van Ray Davies. Hij wordt op 21 juni 62 en staat nog net zo raar te springen als veertig jaar geleden. All Day And All Of The Night! Paul McCartney wordt op 18 juni 64, maar dat betekent niet dat hij het liedje When I’m 64 in de praktijk zal brengen! Mick Jagger wordt op 26 juli 63. Dat is een topatleet, hij loopt als een jonge hond over het podium te rennen!

Presentator:
U bent echt kwaad.

Gerard Gortvrees:
Ja, dat ben ik ook. Straks krijgt de Provo-generatie AOW. Die zijn grootgebracht met Jimi Hendrix, Cream en de Kinks. Dacht u dat je die mensen aan BZN kunt krijgen?

Presentator:
BZN stopt er volgend jaar mee.

Gerard Gortvrees:
Logisch, omdat Jan Keizer dan 58 wordt. Als je BZN-muziek maakt of ernaar luistert verouder je drie keer zo snel als wanneer je eerlijke rock ‘n’ roll speelt of hoort, dat is bekend. Maar de waanzin om mensen van boven de vijftig als afgeschreven te beschouwen! Woody Allen is 70, die maakt nog elk jaar een film. Clint Eastwood is 76, hebt u hem in Million Dollar Baby een boksdemonstratie zien geven? Charlie Chaplin en Pablo Picasso hebben tot op hoge leeftijd geneu… werden op hun oude dag nog vader! Zonder Viagra!

Presentator:
De Buisdorpse voorhoedebejaarden waar u zich sterk voor maakt, vertelt u daar eens over.

Gerard Gortvrees:
Graag. In Buisdorp zijn gelukkig een hoop bejaarden die bij de tijd zijn gebleven. Die zich niks aantrekken van de omroep MAX en die nog midden in het leven staan. Die samen met hun kleinkinderen naar MTV en TMF kijken en die kunnen chatten en die kunnen webcammen en noemt u maar op. Het zijn bejaarden die denken: waarom zou mijn kleindochter een tatoeage laten zetten en ik niet?

Presentator:
Dus die laten een tatoeage zetten.

Gerard Gortvrees:
En weet u wat het mooie is? Doordat het lichaam van een tachtigjarige aan alle kanten blubbert en hangt kun je er prachtige 3D-tatoeages op laten aanbrengen. Op een strak jongerenlichaam heeft een tatoeage geen diepgang, maar met de huidplooien van een bejaarde kan van alles uitgehaald worden. En piercings! Ik ken een vrouw van 84, die heeft een gecombineerde tepel-schaamlippiercing. Gewoon huppekee het hengsel van een emmer er doorheen gejaagd!

Presentator:
Ik zei het al in de aankondiging: van de zomer gaat u met de Buisdorpse voorhoedebejaarden bungee jumpen.

Gerard Gortvrees:
Nou, jumpen zal het niet worden. We hebben een paar testjes gedaan, en als je een bejaarde met een noodgang omlaag laat lazeren dan vliegt het gebit eruit. En het is ook wel gebeurd dat een man ineens zijn incontinentieluier in z’n nek had zitten. Nee, we laten ze rustig zakken, heel bedaard. En in de herfst gaan we met een aantal voorhoedebejaarden parachutespringen.

Presentator:
Die bejaarden springen uit een vliegtuig?

Gerard Gortvrees:
Nee, uit een luchtballon.

[Muziek: The 5th Dimension – Up, Up And Away]

REISBUREAU VAN EGENRAAT
Presentator:
The 5th Dimension, Up, Up And Away. We zijn weer terug op aarde, maar we blijven in reisstemming, want we gaan het hebben over budgetreizen, en dat doen we met Lien en Leen van Egenraat.

Lien van Egenraat:
Hoi.

Presentator:
Eh, hoi. Ik heb hier staan dat ook Leen van Egenraat aan het gesprek zou deelnemen.

Lien van Egenraat:
Leen heb taakstraf.

Presentator:
O, op die manier. Zonder Leen dan maar. We kennen allemaal het verschijnsel budgetreizen. Je boekt via internet op het laatste moment een reis en je vliegt voor een prikkie naar je bestemming.

Lien van Egenraat:
Wij bennen veel goedkoper.

Presentator:
Inderdaad. Mevrouw Van Egenraat…

Lien van Egenraat:
Zeg maar Lien.

Presentator:
Lien – wat ik wilde zeggen is dat de reisorganisatie waar Lien en Leen van Egenraat leiding aan geven, Van Egenraat Reizen, zichzelf afficheert als het allergoedkoopste reisbureau.

Lien van Egenraat:
Wat lul je nou, we hebben helemaal geen affiches!

Presentator:
Ik bedoel dat u naar buiten treedt als allergoedkoopste reisbureau.

 Lien van Egenraat:
Nee joh, eikel. We treden helemaal niet naar buiten. Daarom bennen we juist zo goedkoop!

Presentator:
U doet alles vanuit huis.

Lien van Egenraat:
Ja, ik gaat natuurlijk de hond uitlaten en boodschappen doen en Leen mot voor ze taakstraf elke dag naar het Leger des Heils, maar verderest blijven we binnen, ja toch?

Presentator:
Als ik het goed begrijp kunnen jullie dankzij minimale overheadkosten… door geen geld aan reclame en zo uit te geven de reizen zo goedkoop aanbieden.

Lien van Egenraat:
Nergens zo goedkoop als bij ons.

Presentator:
Jullie adverteren niet, hoe bereiken jullie de klanten dan? Hebben jullie een website? Kunnen de mensen online boeken?

Lien van Egenraat:
Welnee, ze bellen gewoon op. Ze hebben gehoord dat we goedkoop bennen, en dan bellen ze op en dan boeken we een reis.

Presentator:
Ik heb van de week anoniem opgebeld om te informeren naar de kosten van diverse reizen, en die zijn inderdaad ongelooflijk laag.

Lien van Egenraat:
Dat zeg ik de hele tijd al!

Presentator:
Om een voorbeeld te geven: twaalf weken Turkije, inclusief overnachting, 40 euro. Hoe kunnen jullie een reis zo goedkoop aanbieden?

Lien van Egenraat:
Nou, gewoon. Als hij geen taakstraf heb belt Leen het hotel op, dat hotel rekent zeg 20 euro, het opbellen kost zeg 5 euro, dan hebben we zeg 15 euro verdiend, mooi meegenomen toch.

Presentator:
Wacht eens even… Moet ik geloven dat er in Turkije hotels zijn waar je voor 20 euro twaalf weken kunt overnachten?

Lien van Egenraat:
Nee, natuurlijk niet. Dat zeg ik toch ook niet. Turkije is ongeveer zes weken lopen en terug ook zes weken lopen, en dan is bij de prijs inbegrepen een overnachting in een hotelletje in Istanbul.

[Muziek: Joe ‘Fingers’ Carr / 80 Drums Around The World – Istanbul (Not Constantinople)]

PROFESSOR BOMBA EN MAMA BIMBA
Presentator:
U hoorde, en wij ook, Istanbul (Not Constantinople), in een gecombineerde uitvoering van achtereenvolgens Joe ‘Fingers’ Carr en 80 Drums Around The World. Istanbul dan wel Constantinopel: de Buisdorpenaar die vakantie heeft zoekt het soms ver van huis. Hij kan zich laten verzekeren tegen ziekte, tegen lekke banden en tegen aardverschuivingen die hij op zijn pad vindt. Maar is dat afdoende? Mijn volgende gast meent van niet, en hij kan het weten, want volgens het kaartje dat ik van de week in de bus vond is hij een groot internationaal snel werkend medium met 100% resultaat. Professor Bomba uit Afrika, welkom.

Professor Bomba:
Dank u wel meneer Grote Martin. Ik bied ook hulp bij het verkrijgen van kinderen en fysieke en geestelijke problemen.

Presentator:
Fijn, die kan ik goed gebruiken. Meneer Bomba, ik las op uw kaartje dat u wordt erkend door vele beroemdheden, waaronder erfgenamen van uw grootvader.

Professor Bomba:
Nabestaanden van grote vader. Slechte kansen verdwijnen, goede kansen lachen je toe. U hoeft niets te doen, u volgt slechts mijn instructies.

Presentator:
Heeft u die gave al lang?

Professor Bomba:
Al levenslang. Ik heb mijn gave van mijn grotemoeder. Opoe Oote Oote Oote Boe. Als u komt zult u gelukkig zijn.

Presentator:
Dat is meestal inderdaad het geval. Zeg, ik zie dat u de kleine op schoot hebt zitten. Wat een oelepetoetje, zeg. Kiddiekiddiekiddiekiddie… Au! Uw dochter heeft in mijn vinger gebeten!

Professor Bomba:
Nee, is niet mijn dochter, is mijn moeder. Mama Bimba is 93 jaar.

Mama Bimba:
Kwaak!

Presentator:
U helpt ook in de meest hopeloze gevallen.

Professor Bomba:
Geen leven zonder problemen, geen problemen zonder oplossing. Onmiddellijke terugkeer van een geliefde die u verlaten heeft.

Presentator:
Dat is wel prettig. En als ze teruggekeerd is, blijft ze dan ook?

Professor Bomba:
Absolute trouw tussen gehuwden en vrienden, meneer Grote Martin. Ik help u met zwakte en angstgevoelens, magnetiseren en remagnetiseren en borstverkleining met de hand.

Presentator:
U knijpt ze tot moes. Kunt u mensen die op vakantie gaan bescherming bieden?

Professor Bomba:
Binnen 48 uur 100% resultaat gegarandeerd, binnen 96 uur 200%. Werkt beter dan reisverzekering.

Mama Bimba:
Wuu!

Presentator:
U kunt bovendien contact leggen met overledenen.

Professor Bomba:
Dat gaat via mama Bimba.

Mama Bimba:
Bwaah!

Professor Bomba:
Wil ik uw voorvaderen even aanroepen?

Presentator:
Eh…

Professor Bomba:
Uw grote ouders leven nog?

Presentator:
Nee, mijn grootouders zijn dood.

Professor Bomba:
Mooi. Zal ik uw grote moeder aanroepen? Kunt u mee praten via mama Bimba.

Mama Bimba:
Puuf!

Professor Bomba:
Wanneer is uw grote moeder naar de geesten gegaan?

Presentator:
Mijn oma is in 1987 overleden. Maar ik weet niet of het wel zo’n goed idee is om haar in de uitzending te halen. Je komt er niet tussen en we kunnen hooguit een uur uitlopen.

Professor Bomba:
Grote vader dan. Wanneer is hij overgegaan?

Presentator:
In 1972. Vooruit dan maar met de geit.

Professor Bomba:
Grote vader in jaar 1972 geest geworden. Ik moet wat bloed hebben om grote vader gunstig te stemmen.

Presentator:
O nee, ik laat niet in me snijden. Trouwens, als u mijn opa gunstig wilt stemmen heb je meer aan een maatje jenever.

Professor Bomba:
Weest u gerust, meneer Grote Martin. Ik ga niet in u snijden, ik heb speciaal een dier meegenomen. Kom maar hier ermee.
[Geluid koeiengeloei]

Presentator:
Wat krijgen we nou weer voor ongein. Dat beest schijt straks de hele studio onder!

Professor Bomba:
Nee, is zo gebeurd. Hak hak met mes, bloed in schaaltje. Hier mama Bimba, offerande voor grote vader meneer Grote Martin.

Mama Bimba:
Woek!

Presentator:
Godsamme, ze draait haar hoofd helemaal in de rondte!

Professor Bomba:
Even klap toe de mond, mama Bimba praat nu met uw grote vader.

Mama Bimba:
Hippipip!

Presentator:
Wat zegt ze?

Professor Bomba:
Grote vader laat u groeten.

Mama Bimba:
Eeh ooh!

Professor Bomba:
Er is een Theo bij uw grote vader. Kent u een Theo?

Presentator:
Theo… Een broer van mijn opa heet Theo. Die had suikerziekte.

Mama Bimba:
Daaf!

Professor Bomba:
Theo nu weer beter, heeft geen ziekte van suiker meer.

Presentator:
Ik geloof dat ze hem op het laatst allebei z’n benen hebben afgezet.

Mama Bimba:
Pruun!

Professor Bomba:
Benen zitten er weer aan. Mama Bimba gaat nu over tot katzwijm.

Mama Bimba:
Dwaa!

Professor Bomba:
En grote vader van meneer Grote Martin terug naar geestenwereld.

Presentator:
Dat was kort maar krachtig. Nou, gezellig om opa weer eens gesproken te hebben. Professor Bomba, hartelijk dank voor uw komst, en ook mama Bimba bedankt.

Mama Bimba:
Pliep!

Professor Bomba:
Komt u gerust eens op mijn spreekuur, meneer Grote Martin. Ik kan u grote geheimen openbaren.

Presentator:
Dat zal ik zeker doen. Ik hoop dat u dat leeggelopen koebeest weer meeneemt, ik kan niet zo goed tegen bloed. Hè, dat gedoe met geesten van overledenen vind ik altijd een beetje spooky.

[Muziek: Andy Williams – Spooky]

PISHIBITIONIST
Presentator:
Andy Williams, Spooky. We gaan van spooky naar creepy: te gast is Bertje van den Eng.

Bertje van den Eng:
Nou en of.

Presentator:
Bertje, het is bijna vakantietijd, het is jammer dat je sinds vorige maand niet meer welkom bent in het recreatiegebied de Buisdorpse Plassen. Kun je de luisteraars uitleggen waarom dat is?

Bertje van den Eng:
Ik was betrapt bij het plassen in de Buisdorpse Plassen.

Presentator:
Je kon niet gewoon even tegen een boom gaan staan?

Bertje van den Eng:
Daar vind ik niks aan.

Presentator:
En dat is omdat Bertje het een kick vindt om in het openbaar te plassen en daarbij gadegeslagen te worden. Een exhibitionist die niet alleen zijn regenjas opengooit, maar ook binnen het gezichtsveld van derden zijn water laat lopen. De psychiatrische wetenschap spreekt in zo’n geval van een pishibitionist.

Bertje van den Eng:
Als ik daar nou lol in heb.

Presentator:
Je vond het waarschijnlijk niet prettig dat de toegang tot de Buisdorpse Plassen je ontzegd werd.

Bertje van den Eng:
Ik was pisnijdig.

Presentator:
Mensen hebben uiteraard recht op hun afwijkingen, daar heeft niemand verder wat mee te maken. Maar toch: de luisteraars zijn misschien benieuwd naar de achtergrond. Heb je als kind lang bedgeplast?

Bertje van den Eng:
Ik heb nooit bedgeplast. Die fase heb ik overgeslagen, ik denk dat ik dat als een gemis ervaren heb toen ik in de puberteit kwam.

Presentator:
Wanneer is het plassen in het openbaar begonnen?

Bertje van den Eng:
Ik zat bij m’n vader achterop de fiets en ik moest. Een jaar of zeven zal ik geweest zijn. Ik moest, dus ik ging.

Presentator:
Je liet het gewoon lopen.

Bertje van den Eng:
Ja. M’n vader werd link. Heel z’n jas zeiknat.

Presentator:
Dwars door je broek heen je vaders jas ondergewaterd.

Bertje van den Eng:
Nee, eerst m’n gulp open en ’m eruit gehaald. Daar is het mee begonnen.

Presentator:
Je zat nog op de lagere school. Kon je daar je gang gaan?

Bertje van den Eng:
O ja, veel met vriendjes vergepist, niets bijzonders eigenlijk. Maar toen kwam de puberteit.

Presentator:
Je ontdekte dat plassen je seksueel opwond.

Bertje van den Eng:
En dan vooral plassen in het openbaar. Geen boom in Buisdorp of ik heb ’m water gegeven, kan je wel zeggen.

Presentator:
En daar bleef het niet bij.

Bertje van den Eng:
Het ging steeds verder. Ik raakte er m’n baan door kwijt. Ik had mot met een collega. Een verschrikkelijke zeikerd was dat. Ben op z’n bureau geklommen en heb ’m tussen z’n ogen gepist.

Presentator:
Wat vind je qua wildplassen opwindend?

Bertje van den Eng:
Nou, laatst stond ik in een warenhuis op de roltrap naar beneden en toen heb ik een vent die voor me stond stiekem in de zijzak van z’n regenjas gepist. Dat gaf me wel een kick.

Presentator:
Heb je op dat gebied nog ambities?

Bertje van den Eng:
Best wel, maar die hou ik voor me, anders zijn de luisteraars op hun hoede.

Presentator:
Dat kan ik me voorstellen. Goed, Bertje van den Eng, ik vind het sportief van je dat je naar de studio hebt willen komen om openhartig te praten over iets waar de meeste mensen zich voor zouden schamen als het hun liefhebberij was. En dan is nu het moment aangebroken voor een cultuurtip – gatverdamme, Bertje, dat zijn nieuwe schoenen!

[Muziek: Martin Denny – Swamp Fire]

BUISDORPSE BONGO BOYS
Presentator:
Martin Denny, Swamp Fire. Het vuur reinigt alles. Voordat we verdergaan met de toeristische berichtgeving een cultuurtip. Morgenavond vindt in de Dorpsgehoorzaal van Buisdorp het grote reünieconcert plaats van een legendarische band: de Buisdorpse Bongo Boys. In 1971, 35 jaar geleden, traden de broers voor het laatst in de originele bezetting op. En ik heb het dan natuurlijk over Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen, Berry ‘Bongo Boy’ Biesheuvel en Bart ‘Bongo Boy’ Balkenende. In al die jaren is er door de destijds razendpopulaire formatie niet meer opgetreden, vanwege het overlijden van Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen, die eind jaren zestig afgleed naar een staat van gedrogeerdheid die maakte dat hij niet meer reageerde op prikkels van buitenaf. Hasjiesj, marihuana, lsd, mescaline, benzedrine, uppers, downers, hoestbonbons, Velpon, kruidenthee, ouwe klare, jonge bessen, haal Henkes in huis, liever Kips leverworst dan gewone leverworst, halfzware en op het laatst zware shag. Door de gelijktijdige inname van onverantwoordelijk grote hoeveelheden junkfood, waardoor zijn gewicht in drie jaar tijd van 75 naar 198 kilo steeg, veranderde de energieke, briljante bongospeler in een waanzin uitkramende kolos die door zijn moeder niet meer herkend werd. Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen overleed, 21 jaar oud, op 20 mei 1971, morgen precies 35 jaar geleden. Zijn moeder, Bertha ‘Bongo Mother’ Bambergen, stierf twee dagen later door eigen toedoen.
Morgenavond is er het reünieconcert van de overgebleven Bongo Boys: Berry ‘Bongo Boy’ Biesheuvel en Bart ‘Bongo Boy’ Balkenende, aangevuld met Barend ‘Little Bongo Boy’ Bambergen, de enige zoon van Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen en zijn grote liefde en weduwe Bertine ‘Bongo Angel’ Bambergen.
Ik geef voor de volledigheid de bezetting van de Buisdorpse Bongo Boys morgenavond op het reünieconcert: Berry ‘Bongo Boy’ Biesheuvel: bongo’s; Bart ‘Bongo Boy’ Balkenende: bongo’s; en Barend ‘Little Bongo Boy’ Bambergen, de zoon van Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen: bongo’s. Het evenement wordt opgedragen aan Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen. Zijn weduwe, Bertine ‘Bongo Angel’ Bambergen, zal de naar haar man Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen vernoemde aanmoedigingsprijs, de Grote Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen Prijs, uitreiken aan de winnaar van de Grote Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen Bongo Wedstrijd, en die winnaar van de Grote Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen Prijs zal dan een kort optreden verzorgen samen met de Buisdorpse Bongo Boys in hun huidige samenstelling: Berry ‘Bongo Boy’ Biesheuvel, Bart ‘Bongo Boy’ Balkenende en Barend ‘Little Bongo Boy’ Bambergen, de zoon van de legendarische Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen.
De Dorpsgehoorzaal heeft slechts 500 plaatsen, en als u erbij wilt zijn moet u snel zijn, want er zijn al 480 kaarten verkocht. Herstel: er zijn nog 480 kaarten over.

[Muziek: Jerry Shard & His Music – Can, Can, Can]

JEAN MATISSE, TOURISTE
Presentator:
Jerry Shard & His Music met Can, Can, Can. Ik weet niet of je dat op z’n Engels als Can Can of op z’n Frans als Can Can moet uitspreken, maar we zijn in elk geval in Franse sferen beland. We verwelkomen een Franse toerist die zo vroeg in het seizoen al in Buisdorp is neergestreken. Ik zal Frans met hem moeten praten, ik hoop dat de luisteraars het kunnen verstaan. Monsieur Jean Matisse eh… wilkommen, bienvenue, welcome… oh ja. Bienvenue dans le studio de Radio Ouest.

Jean Matisse:
Ah, oui oui. Pwaardemouzon eh?

Presentator:
Oui. Comment allez-vous? Ça va un peut?

Jean Matisse:
Oui oui, ça va bien. Et le moerdelapoer est très slappethee!

Presentator:
D’accord. Ik vroeg meneer Matisse hoe het ermee ging en hij zei geloof ik dat het redelijk goed ging. Hoe is het voor een Fransman om in Buisdorp vakantie te vieren, daar zijn we erg benieuwd naar. Monsieur Matisse, vacances en Buisdorp, c’est comme les vacances de Monsieur Hulot, n’est ce pas?

Jean Matisse:
Ah, oui, Jacques Tati. Il est un zoepdefluur avec le kieperdepiep bonzaar!

Presentator:
Wat gaat u in Buisdorp allemaal doen? Que est ce que vous va tous à Buisdorp dans les vacances ici?

Jean Matisse:
Peut-être à la plage et borduurdela bloeperdebloep owattentroep.

Presentator:
Aha. En Buisdorp ils sont maar liefst sept plages des nudistes. Comme dans les films sur Le Gendarme De Saint-Tropez avec Louis de Funès et Michel Galabru zakmaarzegge.

Jean Matisse:
Non non, pas des nudistes! Des livres! Pas du gezeur ammekop!

Presentator:
Meneer Matisse gaat niet naar een van de naaktstranden, hij gaat liever lezen. Ben benieuwd welke boeken. Monsieur Matisse, quelles livres?

Jean Matisse:
Simenon, Maupassant, Zola, Balzac…

Presentator:
Ha ha ha.

Jean Matisse:
C’est drôle?

Presentator:
Oui. Ici un balzac est aussi un klootzak. Le klootzak d’un homme.

Jean Matisse:
Le klootzak? Alors, dikkedikkedikke tantekee.

Presentator:
Ik zal eens vragen of hij ook Nederlandse schrijvers kent. Et des écrivains Hollandais? Hollandaises? De Grote Drie van na de Tweede Wereldoorlog? Les Grandes Trois d’après la seconde guerre du monde?

Jean Matisse:
Eh?

Presentator:
Guillaume Frédérique Hermans. De Donkere Kamer Van Damokles… Eh… Le Chambre Negroide De Damocles?

Jean Matisse:
Non, non.

Presentator:
Et Harry Mulisch, qui fume jarenlang une pipe? De Aanslag? Le Pief Paf Poef?

Jean Matisse:
Non, non, non.

Presentator:
Et l’écrivain du peuple? Gérard Rêve de Machelen? Op Weg Naar Het EindeEn route à la fin avec Alzheimer?

Jean Matisse:
Non, non.

Presentator:
Et son frère Karel, Charles? De geleerde broer. Le frère avec koppie koppie?

Jean Matisse:
Non.

Presentator:
Merde. Eh… et l’écrivain feminin Hélène van Royen. Avec des titres de beaucoup o la la?

Jean Matisse:
Ah, oui! O la la!

Presentator:
Nou, die kent-ie dan weer wel. Monsieur Jean Matisse, merci bien pour notre kletspraatje.

Jean Matisse:
Ce n’est rien.

[Muziek: Julien Clerc – Ce N’est Rien]

BURGEMEESTER NOTEN
Presentator:
Julien Clerc, Ce N’est Rien. Noem het maar niets: burgemeester Onno Noten is bereid geweest naar de studio te komen. Hartelijk dank daarvoor, burgemeester.

Burgemeester Noten:
Zeer wel.

Presentator:
Burgemeester, zo dadelijk gaan we het hebben over een ontzagwekkend plan dat u heeft, maar met uw welnemen wil ik eerst iets anders aansnijden.

Burgemeester Noten:
Snijdt u maar.

Presentator:
Het betreft de onlangs in gebruik genomen hogesnelheidsmetro, ook wel de Noord-Zuidlijn genoemd, die het uiterste noorden van Buisdorp met het uiterste zuiden verbindt. Oftewel de fabriekswijk Nijpendaal met de villawijk Overmoer.

Burgemeester Noten:
De trots van Buisdorp.

Presentator:
Daar wordt, met permissie, door sommigen anders over gedacht. Laat ik de kritische geluiden proberen samen te vatten: de metro stopt niet in het centrum van de gemeente.

Burgemeester Noten:
Dat is juist. De hogesnelheidsmetro kan een snelheid van 380 kilometer per uur halen, en om die snelheid te bereiken is het zaak bij het vertrek, hetzij halte Nijpendaal, hetzij halte Overmoer, meteen plankgas te geven. Het duurt een minuut of vijf om die snelheid van 380 kilometer te bereiken. De metro bevindt zich dan recht onder het centrum van de stad, en moet gaan afremmen om op het eindpunt tot stilstand te komen.

Presentator:
Samengevat: men stapt in Nijpendaal of Overmoer in en stapt vervolgens in Overmoer of Nijpendaal uit.

Burgemeester Noten:
Exact. Een unicum in het internationale transportwezen.

Presentator:
Maar als men naar het centrum wil?

Burgemeester Noten:
Dan kan men als men in Nijpendaal of Overmoer is uitgestapt een pendelbus naar het centrum nemen.

Presentator:
Ja, maar… wat heeft het dan voor zin om in Nijpendaal of Overmoer eerst met de hogesnelheidsmetro naar Overmoer of Nijpendaal te reizen en daar de pendelbus naar het centrum te nemen? Je kunt in Nijpendaal of Overmoer toch meteen op de pendelbus stappen? Waarom eerst de hogesnelheidsmetro naar de andere kant nemen?

Burgemeester Noten:
Omdat die hogesnelheidsmetro de trots van Buisdorp is.

Presentator:
Op die manier. Dan nu waar u voor gekomen bent: het ontzagwekkende plan. Vertelt u maar.

Burgemeester Noten:
Graag. Het is aldus. Vorig jaar was ik in Nagasaki te gast op een internationaal burgemeesterscongres, en daarbij inbegrepen was een uitstapje naar Holland Village – Oranda Mura, zoals ze het daar noemen. Daar hebben ze delen van Nederland op ware grootte nagebouwd, je weet echt niet wat je ziet. Er is een authentieke kaasmarkt, het is alsof je in Alkmaar rondloopt. Ze hebben een paleis nagebouwd, Huis ten Bosch of Draculastein, daar wil ik van afwezen…

Presentator:
En dat bracht u op een idee.

Burgemeester Noten:
Inderdaad. Ik dacht: potverdikkeme Noten, zoiets moeten we met Buisdorp ook doen! Er zijn elk jaar weer miljarden toeristen die naar Buisdorp komen. Je kan het ook omdraaien: Buisdorp naar de mensen toe brengen. In den vreemde geen Holland Village maar Buisdorp Village. Niet in Nagasaki, daar hebben ze Holland Village al, maar bijvoorbeeld op de Bahama’s. Of op Groenland. Ik denk aan een aantal thema-Buisdorpen. Op de Bahama’s heb je een tropisch Buisdorp, op Groenland heb je een ijs-Buisdorp enzovoorts. Je kunt een Buisdorp op de Galápagos-eilanden creëren, een Buisdorp in een ongerepte wereld. Of ergens in de rimboe een Temptation Island-versie van Buisdorp. De mogelijkheden zijn eindeloos.

Presentator:
Maar onze zendtijd is dat niet. Burgemeester Noten, hartelijk dank voor uw toelichting. We zijn er doorheen, maar vergeet niet te blijven luisteren voor de overdenking van Julius Pasgeld. Deze uitzending werd mogelijk gemaakt door: Martin de Jong: samenstelling, teksten, muziekkeuze en presentatie; Hans Ruitenberg: alle overige stemmen behalve de stemmen van Esther Lammers; technicus Bas Martinius en Paul Waayers: supervisor extraordinaire. Zie voor meer informatie over Buisdorp www.buisdorp.com. Wat is dat? Ik krijg een briefje aangereikt… Eerder meldde ik dat er voor het concert van de Buisdorpse Bongo Boys morgenavond in de Dorpsgehoorzaal nog 480 kaarten beschikbaar waren. Het is ineens hard gegaan: er zijn nu nog 493 kaarten beschikbaar. We arriveerden twee uur geleden bij de studio van Radio West met een caravan, we vertrekken ook weer met een caravan: die van Duke Ellington en het Boston Pops Orchestra.

[Muziek: Duke Ellington – Caravan]

© Copyright Martin de Jong, Den Haag. Alle rechten voorbehouden.

techniek: Maarten van der Peet